Vanuit de grijpreflex gaat het kind het grijpen meer en meer ontwikkelen, eerst doet de hele hand mee later is het kind in staat om de twee handen samen te laten werken (symmetrische fase).
Beheersen van het grijpenMet het beheersen van het grijpen gaat het kind zijn omgeving af tasten en krijgt het kind ook meer grip op de omgeving. De peuter wil niet voor niets alles zelf pakken, voelen, aanraken enz.
Pakken en los latenHet kind ontwikkelt een meer specifieke manier om de dingen vast te pakken en weer los te laten. De duim gaat steeds meer opponeren en het kind is in staat om kleinere dingen te pakken en te hanteren. Zo zal het kind gaan helpen met opruimen, zelf eten, aankleden en later wil het gaan puzzelen, plakken, knippen, tekenen, schrijven.
Fijne motoriek verbeterenAl deze handelingen betekenen voor het kind oefenen om de fijne motoriek verbeterd te krijgen en dragen dus bij aan een verfijnde besturing van handen en vingers.
Ook in de rest van het lichaam wordt de motoriek verfijnder denk aan het beheerst kunnen neerzetten van een voet, het gericht zacht of harder schoppen van een bal, het subtiel bewegen van de romp bij dans, het leren schaatsen enz., het rustig kunnen gaan zitten op een bewegend vlak (ballon, schommel of iets dergelijks).
De fijne motoriek zit dus niet allen in de handen maar door het hele lichaam.
|